Childrescue

Kinderen zijn onze toekomst!

Kind na ontvoering vaak teruggeleid naar land van herkomst.

In 1980 is het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV) tot stand gekomen. Dit Verdrag heeft als doel om kinderen die ongeoorloofd zijn overgebracht of worden vastgehouden in een Verdragsluitende Staat zo snel mogelijk terug te geleiden naar het land van herkomst. Het motto van het HKOV is dan ook ‘eerst terug, dan praten.’ Uit onderzoek van het Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht blijkt dat de zowel de Nederlandse of Duitse rechter in de meeste zaken van oordeel is dat een kind moet worden teruggeleid naar het land van herkomst. Daarnaast is geheel in tegenstrijd met de oorspronkelijke gedachten van het Verdrag de moeder in 80 % van deze zaken de ontvoerende ouder.

Wie kent niet de zaak van de minderjarigen Ammar en Sara die in Syrië naar de Nederlandse Ambassade waren gevlucht, nadat zij door hun vader vanuit Nederland naar Syrië waren ontvoerd. Of de zaak van het Italiaanse meisje Nina, die van de rechtbank en het Hof na de ongeoorloofde overbrenging uit Italië in Nederland mocht blijven. De Hoge Raad was echter van oordeel dat het kind alsnog teruggeleid diende te worden naar Italië. In haar onderzoek over ‘Internationale kinderontvoering’ onderzocht Aline Nederveen hoe rechters in Nederland en Duitsland omgaan met weigeringsgronden van het HKOV die worden ingeroepen om te voorkomen dat het kind moet worden teruggeleid naar het land van herkomst.

Leeftijdsgrens

Als een ouder geen toestemming heeft gegeven voor overbrenging van het kind of dit in strijd is met het gezagrecht van de achterblijvende ouder dan is er sprake van kinderontvoering. Om te bepalen of een kind moet worden teruggeleid naar het land van herkomst kijkt de rechter onder andere naar de worteling van het kind, het verzet van de minderjarige en/of er sprake is van een ernstig risico voor lichamelijk en geestelijk gevaar van de minderjarige dan wel dat hij in een ondraaglijke toestand wordt gebracht (de ‘weigeringsgronden’).
In Duitsland is men van oordeel dat een kind van tien jaar of ouder voldoende rijp is zodat de rechter met zijn mening rekening moet houden. In Nederland ligt die grens bij acht jaar. Nederveen: ‘ik ben van mening dat een kind van acht jaar nog niet moet worden belast met de keuze of hij terug wil keren naar het land van herkomst. Indien een kind toch voor het twaalfde levensjaar moet worden gehoord, dan ben ik een voorstander van een verhoor door bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming of een psycholoog. In ieder geval in een omgeving die minder imponerend is dan de rechtszaal.’

Soms te soepel soms te streng

De worteling van het kind is één van de weigeringsgronden voor terugkeer. De Nederlandse en Duitse rechters kijken naar dezelfde omstandigheden zoals taal, school, en vrienden om te beoordelen of het kind in de vluchtstaat geworteld is. ‘De Nederlandse rechter oordeelt in deze zaken restrictief en stelt niet vaak vast dat het kind is geworteld in zijn nieuwe omgeving, zijnde de vluchtstaat. Dit in tegenstelling tot de Duitse rechter,’ aldus Nederveen. Zij acht het dan ook van belang dat er duidelijkheid komt wat de ‘worteling van het kind’ nu precies inhoudt en wanneer hier aan is voldaan. Indien de ontvoerende ouder naar aanleiding van de ongeoorloofde overbrenging in het land van herkomst strafrechtelijk wordt vervolgd, wijst de Nederlandse rechter het verzoek tot teruggeleiding vaak af. Volgens Nederveen onterecht. Nederveen: ‘Soms oordeelt de Nederlandse rechter in kinderontvoeringszaken te restrictief. De Nederlandse rechters houden bij deze omstandigheid de zienswijze van de Duitse rechters kunnen volgen. Daarnaast zouden zij kunnen constateren dat de ontvoerende ouder voorafgaand aan de ontvoering ook in het land van herkomst een procedure had kunnen starten inzake het gezag, de omgang en de hoofdverblijfplaats van het kind. De ontvoerende ouder heeft deze consequentie van strafrechtelijke vervolging voor lief genomen door het kind naar Nederland te ontvoeren.

Onderzoeksrapport

Internationale kinderontvoering. Rechtsvergelijkend onderzoek tussen Nederland en Duitsland in het kader van de weigeringsgronden van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980. Aline Nederveen, ISBN 978-90-5213-183-2, 84 p. Uitgever: Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie.

Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie

Het Kennispunt heeft als taak een brugfunctie te vervullen tussen universiteit en maatschappij. Zij maakt onderzoek op het gebied van recht, economie, bestuur en organisatie toegankelijk voor verschillende organisaties. Het Kennispunt is verbonden aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht.

Meer informatie

Rebecca van Musscher, Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, (030) 253 7025, kennispunt.rebo@uu.nl.
B.g.g. Wietske de Lange, persvoorlichting Universiteit Utrecht, (030) 253 4073, w.delange@uu.nl.

15/02/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, Nieuws, Ontvoeringen, Recht | , , , , | Plaats een reactie

Gelukkig weer aandacht voor kinderontvoering. Trouw: Kinderontvoering loont vaak

Als een kind door een ouder, meestal is het de moeder, naar een ander land wordt ontvoerd, heeft deze nog recht van spreken. Ze hoeft alleen aan te tonen dat het kind bij haar goed af is, blijkt uit nieuw onderzoek.

Maximes (6) leven is in twee stukken gescheurd. Het ene deel ligt in Nederland en het andere in Frankrijk. Het jongetje is geboren in Nederland en verhuisde toen hij vier jaar was met zijn Nederlandse moeder en Franse vader naar Parijs. Eenmaal in Frankrijk liep het huwelijk stuk en scheidden zijn ouders. Zijn vader kreeg in Frankrijk het gezag over de jongen. Maxime ging al in Frankrijk naar school, had vriendjes, sprak Frans en had familie en vrienden om zich heen die pappa konden helpen bij de opvoeding. Maxime leek gelukkig. Maar zijn moeder was ten einde raad en nam een rigoureus besluit: ze verhuisde naar Nederland en ontvoerde tijdens een bezoek haar zoontje. Een internationale kinderontvoering door een ouder was een feit en Maxime zag zijn vader niet meer. Een waar gebeurd verhaal, de naam van het kind is om privacyredenen gefingeerd.

De vader die het gezag had, deed aangifte bij de Franse Centrale Autoriteit die haar Nederlandse evenknie op de hoogte bracht. Die instantie houdt toezicht bij internationale kinderontvoeringen door ouders in landen die het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 hebben ondertekend.

Het duurde ruim één jaar voordat de zaak daadwerkelijk voor de Nederlandse rechter kwam. Het proces kwam niet net als bij een ’gewone’ ontvoering bij een strafrechter, maar bij de rechtbank die beslist over personen- en familierecht, zoals bij scheidingen en bezoekregelingen.

Maxime woonde inmiddels bij zijn moeder, ging inmiddels naar school, leerde Nederlands en zat op voetbal. Ook in Nederland had Maxime zijn grootouders, ooms en tantes om zich heen die zijn moeder ondersteunden. Na een lange procedure besliste de rechter in het voordeel van de moeder: Maxime blijft bij zijn moeder die hem uit Frankrijk meenam.

De rechtbank concludeerde dat er sprake was van worteling nu Maxime na de ontvoering al langer dan één jaar in Nederland verbleef, daar naar school ging, de taal beheerste en een sport beoefende. Het feit dat de ontvoerende ouder de moeder was die een speciale band met het kind had, was op zich onvoldoende reden om de terugkeer naar het land van herkomst te weigeren.

Maar vanwege de worteling van het kind in Nederland en omdat de rechtbank geen reden ziet om aan te nemen dat wonen bij de moeder geestelijk of lichamelijk schadelijk is voor het kind, wordt het verzoek van de vader tot teruggeleiding afgewezen.

De conclusie is dat Maxime bij zijn moeder in Nederland mag blijven. Het jongetje was nog te jong om officieel aan te geven bij wie hij wilde blijven, want dat kan in Nederland pas vanaf acht jaar.

Deze casus illustreert de problematiek rondom internationale kinderontvoering en het Haagse verdrag uit 1980. „Het verdrag is geschreven in een tijd waarin veel gastarbeiders naar westerse landen kwamen om te werken, aldaar een relatie aangingen en vervolgens kinderen bij westerse vrouwen verwekten”, zegt juriste Aline Nederveen. „Omdat het geregeld voorkwam dat de vaders hun kinderen zonder toestemming van de moeder meenamen naar hun land van herkomst, werd het verdrag in het leven geroepen om deze moeders en hun kinderen te beschermen tegen dergelijke ontvoeringen.”

Maar uit haar onderzoek blijkt dat nu zowel in Nederland als in Duitsland in verreweg de meeste gevallen de moeder de ontvoerende ouder is. „In Nederland is in 86 procent van de internationale kinderontvoeringszaken de moeder de ontvoerende ouder en in Duitsland in 82 procent”, zegt Nederveen. Dat is volgens haar in strijd met de oorspronkelijke gedachten van het kinderontvoeringsverdrag.

Nederveen vergeleek in haar onderzoek voor het Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht, dat binnenkort wordt gepubliceerd, 148 relevante uitspraken inzake internationale kinderontvoering van de Nederlandse gerechten. Vervolgens legde ze die uitspraken naast 527 voor uitspraken in Duitsland.

Het Haags Kinderontvoeringsverdrag is een rechtshulpverdrag, waarin internationale samenwerking wordt georganiseerd om internationale kinderontvoeringen zo snel mogelijk ongedaan te maken. Het doel van het verdrag is om de situatie –zoals deze voor de ontvoering was– zo snel mogelijk te herstellen, zodat de schadelijke gevolgen die een ontvoering met zich mee kan brengen zoveel mogelijk worden beperkt. Het motto is dan ook: ’eerst terug, dan praten’, zegt Nederveen. Maar die gedachte achter het verdrag wordt niet altijd gevolgd. Want in veertig procent van de gevallen hoeft het kind niet terug naar het land waaruit het ontvoerd is.

Het Haags Kinderontvoeringsverdrag is niet door alle landen erkend. Vooral westerse landen ondertekenden het verdrag. Bij Ammar en Sara bijvoorbeeld die in 2004 door hun vader naar Syrië werden ontvoerd en vervolgens in 2006 naar de Nederlandse ambassade vluchtten om naar Nederland terug te keren, speelde het verdrag geen rol. De moeder kon daar geen aanspraak op maken, omdat Syrië het verdrag niet heeft erkend. Ook kon de vader niet aangeven waarom de kinderen bij hem beter af waren. Deze zaak die veelvuldig in de media kwam, vormde de publieke opinie: de kinderen moesten terug naar de moeder en de vader was fout.

Maar in het geval van Maxime gebeurde dit niet. Als een ouder een kind ontvoert, doet de achterblijvende ouder aangifte. Waarop een procedure volgt om het kind terug te krijgen. Anders dan in een strafzaak kan de ontvoerende ouder volgens het verdrag zogeheten weigeringsgronden aanvoeren, namelijk: worteling van het kind, ernstig risico voor lichamelijk en geestelijk gevaar en/of de ondraaglijke toestand en verzet van het kind.

Als een kind langer dan één jaar bij de ontvoerende ouder woont, kan de grond ’worteling van het kind’ worden aangevoerd.

De rechter kijkt dan onder meer naar de Nederlandse taal, familie, school en vrienden om te oordelen of het kind in dat land is geworteld, of niet.

Nederveen: „Het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 heeft geen objectieve criteria voor worteling van het kind geformuleerd. Hierdoor heeft iedere rechter de vrijheid om aan de hiervoor genoemde omstandigheden meer waarde toe te kennen en deze al dan niet mee te nemen in zijn beslissing.

Interne eenduidigheid zou hier op zijn plaats zijn. In Duitsland dat een vergelijkbaar rechtssysteem kent, beslissen rechters vaak anders dan Nederlandse rechters. Daarbij komt dat de looptijd van de procedures in Duitsland korter is dan in Nederland. Ook in Nederland zou een kortere procedure de zaak minder ingewikkeld maken, omdat het kind dan minder snel in Nederland is geworteld. In Duitsland wordt in vele gevallen geen beroep gedaan op de worteling van het kind.”

Bron: http://www.trouw.nl/achtergrond/deverdieping/article2984393.ece/Kinderontvoering_loont_vaak_.html

10/02/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, Recht | , , , , , | 3 reacties

Man slingert drie weken oude baby rond (Gun mij 10 minuten met hem in 1 cel)

(Novum) – De politie heeft een 40-jarige Hagenaar opgepakt omdat hij zijn ex-vriendin had mishandeld en hun drie weken oude baby door elkaar had rondgeslingerd. De melding van de mishandeling kwam rond 20.45 uur binnen.

In de woning van de 26-jarige vrouw bleek dat de man zwaar beschonken was en in de keuken zat. Hij verzette zich hevig toen de agenten hem wilden aanhouden. Hij is opgesloten. Zijn ex-vriendin heeft aangifte gedaan.

(Gun mij 10 minuten alleen met hem in 1 cel!!)

08/02/2010 Posted by | jeugdzorg, kindermishandeling, Nieuws | , , | Plaats een reactie

LJN BL0681, Rechtbank Utrecht, FA RK 09-9511 – 352593 Teruggeleiding naar Guatemala

Datum uitspraak: 07-01-2010
Datum publicatie: 27-01-2010
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Soort procedure: Eerste aanleg – meervoudig
Zaaknummers: FA RK 09-9511 – 352593
Inhoudsindicatie:
Kinderontvoeringszaak; beroep op art. 13 lid 1 sub b HKOV: ernstig risico dat het kind door zijn terugkeer wordt blootgesteld aan een lichamelijk of geestelijk gevraar, dan wel op enigerlei andere wijze in een ondragelijke toestand wordt gebracht. Ontvoering vanuit Guatemala.

De rechtbank overweegt dat, mede in het licht van de restrictieve uitleg die gelet op het doel en de strekking van het Haagse Verdrag aan de in dit verdrag opgenomen weigeringsgrond(en) moet worden gegeven, de algemene situatie in een land in beginsel niet tot het oordeel zal leiden dat een kind door terugkeer naar dat land zal worden blootgesteld aan een lichamelijk of geestelijk gevaar, dan wel op enigerlei andere wijze in een ondragelijke toestand wordt gebracht. Steeds zal dan ook op basis van naar voren gebrachte individuele feiten en omstandigheden moeten worden onderzocht of de weigeringsgrond van artikel 13 lid 1 sub b van het Haagse Verdrag zich voordoet. Slechts in uitzonderlijke situaties van bijvoorbeeld oorlog of wetteloosheid zouvan een prima facie blootstelling van het kind aan gevaar kunnen worden gesproken. Naar het oordeel van de rechtbank is blijkens het verhandelde ter terechtzitting en het dossier de algemene situatie in Guatemala niet dusdanig onveilig dat terugkeer van de minderjarige reeds hierom niet kan worden gevergd. Vervolgens zal nagegaan moeten worden of de naar voren gebrachte individuele feiten en omstandigheden tot de conclusie leiden dat sprake is van voornoemde weigeringsgrond. De rechtbank komt tot de conclusie dat dit in casu niet het geval is. Verzoek tot teruggeleiding wordt toegewezen.

Voor de gehele uitspraak: http://jure.nl/bl0681

06/02/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, HKOV - IKO, Nieuws, Ontvoeringen, Recht | , , , , , , | Plaats een reactie

Asscher: Schaf Kinderbescherming af

AMSTERDAM –  Wethouder Lodewijk Asscher (jeugd) van Amsterdam vindt dat de Raad voor de Kinderbescherming moet worden afgeschaft.
Hij noemt de opheffing van de jeugdhulpverleningsinstantie als een van de maatregelen om de bureaucratie in het welzijnswerk en de jeugdzorg te bestrijden.

„Zij doen precies hetzelfde onderzoek in gezinnen als ook al door de Jeugdzorg wordt gedaan. Als de Raad er niet meer tussen zou zitten, zou elk onderzoek veel sneller gaan, het zou zeker acht weken schelen”, aldus de Amsterdamse PvdA-prominent in Vrij Nederland..

03/02/2010 Posted by | HKOV - IKO, jeugdzorg, Politiek, PvdA, Recht | , , | 1 reactie

Baby en peuter in snikhete auto achtergelaten

LEIDSCHENDAM – De politie moest er aan te pas komen toen twee kinderen van zes maanden en anderhalf jaar in een auto met draaiende motor waren ontdekt.

De ouders waren boodschappen gaan doen en hadden hen achtergelaten, schrijft het AD.

Blower en verwarming van de auto stonden op de hoogste stand. Volgens de vrouw die het tweetal had ontdekt, hebben ze drie kwartier in de auto gezeten en stond het zweet op hun voorhoofd.

Net toen de agenten het duo wilde meenemen, kwamen de ouders er aan. Hun excuus: drukte bij de kassa. ,,En daar kunnen wij toch niets aandoen,” aldus de ouders.  (PO)

01/02/2010 Posted by | jeugdzorg, kindermishandeling, Nieuws | , | Plaats een reactie

‘Officieren van Justitie hebben geen last van hun fouten’

HILVERSUM –  Officieren van justitie die in hun werk ernstige fouten maken, worden daardoor niet in hun carrière belemmerd. Ook niet als zij meer dan eens de fout in gaan. Zij worden niet ontslagen of in functie teruggezet. Wel maken zij nogal eens promotie of worden rechter.

Dat concluderen de makers van het VARA-programma Zembla in de uitzending van zondagavond, ‘Officieren van justitie in de fout’. Aan de hand van negentig strafzaken legden zij een lijst aan van evenzoveel officieren, die ondanks gemaakte fouten hun werk konden blijven doen. Door die fouten liepen zaken stuk of belandden mensen onschuldig in de cel. OM-topman Harm Brouwer spreekt in de uitzending tegen dat falende officieren van justitie in alle gevallen vrijuit gaan.

Brouwer: „Als de fout ernstig is, zullen wij een intern onderzoek gelasten. Als er aanleiding is om op te treden, dan gebeurt dat, op de officier gericht.” Volgens Brouwer worden er disciplinaire maatregelen opgelegd binnen het OM, „als dat aan de orde is”. Brouwer voelt er niet voor om publiek te maken welke disciplinaire maatregel er in individuele gevallen wordt getroffen.

Het Openbaar Ministerie kwam dit weekeinde al met een reactie op de uitzending van Zembla, waarin wordt gesteld dat de programmamakers niet zorgvuldig zijn geweest. Bij het aanleggen van de lijst met falende officieren zouden zij rechterlijke uitspraken onjuist hebben geïnterpreteerd, waardoor onterechte verwijten aan het OM en individuele officieren worden gemaakt. „Iets wat in de media als een verwijtbare fout wordt beschreven, hoeft dat in de praktijk nog niet te zijn”, aldus het OM.

De SP wil een onafhankelijk onderzoek naar aanleiding van de bevindingen die Zembla heeft gedaan. „Keer op keer wordt de samenleving geconfronteerd met blunders van Justitie. Dit schaadt het vertrouwen in de rechtsstaat”, stelt Tweede Kamerlid Arda Gerkens (SP). Zij wil dinsdag in het vragenuur de minister van Justitie verzoeken het onderzoek op korte termijn te laten uitvoeren.

Bron:  http://www.telegraaf.nl/binnenland/5924470/___Officier_heeft_geen_last_van_fout___.html?p=30,2

01/02/2010 Posted by | jeugdzorg, kindermishandeling, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, Recht | , , , , , | Plaats een reactie