Childrescue

Kinderen zijn onze toekomst!

Wijzigingen wet Kinderontvoering

Persbericht | 22-12-2011

Per 1 januari 20112 treden een aantal nieuwe wetten in werking. Een overzicht.

Informatieplicht

De Belastingdienst en opsporingsdiensten kunnen vanaf 1 januari 2012 informatie opvragen bij notarissen over geldtransacties die verlopen via hun derdengeldenrekening. Op die manier kunnen notarissen helpen fraude aan het licht te brengen. Het gaat om informatie rond de financiële afwikkeling van transacties zoals de namen en overige gegevens van de bij de transactie betrokken partijen. Ook kan gevraagd worden naar de aard van de transactie, de omvang van de betalingen en de gebruikte rekeningnummers. De gegevens zijn belangrijk voor controle van de geldstromen voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Ook zijn ze essentieel voor een juiste heffing en inning van belastingen. Met name malversaties in de vastgoedbranche en witteboordencriminaliteit, waaronder witwassen, kunnen hiermee beter worden bestreden.

Huwelijksvermogensrecht

De wet die het huwelijksvermogensrecht moderniseert treedt op 1 januari 2012 in werking. Het handhaaft de gemeenschap van goederen als het basisstelsel van huwelijksvermogensrecht. Wel zijn aanpassingen opgenomen om aan te sluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen zoals emancipatie, het blijven werken van vrouwen en de toename in het aantal echtscheidingen. De wet geeft onder andere een regeling voor het geval een echtgenoot privégoederen verkrijgt met geld uit de huwelijksgemeenschap of het privévermogen van de andere echtgenoot, en wanneer privéschulden worden betaald uit de huwelijksgemeenschap of het privévermogen van de andere echtgenoot.

Ook wijzigt de wet het tijdstip van ontbinding van de huwelijksgemeenschap. De gemeenschap zal worden ontbonden op het moment dat het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend en niet pas op de dag dat de echtscheidingsbeschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

Kosten adoptie

Ook treedt de regeling tegemoetkoming kosten interlandelijke adoptie in werking. Adoptiefouders kunnen een eenmalige tegemoetkoming van €3.700 ontvangen ter compensatie van de gemaakte kosten van interlandelijke adoptie. Het gaat om interlandelijke adopties die tussen 1 januari 2009 en 1 januari 2013 tot stand zijn gekomen. Aan de uitbetaling van het bedrag is een aantal voorwaarden verbonden. De belangrijkste is dat de adoptieprocedure in overeenstemming met de Wobka is afgerond. De regeling zal worden uitgevoerd door het Agentschap SZW, dat onderdeel is van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Elektronische VOG

Daarnaast wordt het mogelijk om met ingang van 1 januari 2012 de VOG elektronisch aan te vragen. Hierdoor wordt het aanvragen van de VOG gemakkelijker, omdat mensen niet meer zelf naar het gemeentehuis hoeven indien zij de VOG elektronisch aanvragen. Ook zijn de leges van de elektronische VOG € 5,50 lager, omdat er minder administratieve handelingen hoeven te worden verricht. Met de elektronische VOG aanvraag wil Teeven het gebruik van de VOG nog verder stimuleren.

Procesvertegenwoordiging

De Nederlandse Staat zal niet langer procederen tegen Nederlandse burgers als er sprake is van internationale kinderontvoering. De procesvertegenwoordigende bevoegdheid van de Centrale autoriteit in zaken van internationale kinderontvoering stopt per 1 januari 2012.

In de nieuwe situatie zal de Centrale autoriteit de buitenlandse partner doorverwijzen naar een advocaat, zodat deze het geschil aan de rechter kan voorleggen. De Centrale autoriteit zal de procesvertegenwoordiging in zaken die vóór 1 januari 2012 aanhangig zijn bij rechtbank, hof of Hoge Raad nog voortzetten. Ouders worden voor een eventueel hoger beroep in deze zaken wel doorverwezen naar een advocaat.

Taakstraf

Een taakstraf kan niet meer worden opgelegd voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven. Ook als een veroordeelde binnen vijf jaar nadat hem een taakstraf is opgelegd weer een (soortgelijk) misdrijf pleegt, kan hij niet opnieuw worden bestraft met een taakstraf. De bescherming van de samenleving en het voorkomen van nieuwe slachtoffers maken toereikende straffen en maatregelen noodzakelijk. Daarom is de taakstraf in de visie van het kabinet alleen een geschikte straf voor lichte strafbare feiten. Deze regeling treedt op 3 januari 2012 in werking.

22/12/2011 Posted by | Centrale Autoriteit, HKOV - IKO, jeugdzorg, Nieuws, Ontvoeringen, Recht | Plaats een reactie

Stichting Kinderontvoering: Terugblik op een bewogen jaar

Een terugblik op het afgelopen jaar van de Stichting Kinderontvoering. Het was en is nog steeds een bewogen jaar. Een jaar vol met angst, verdriet, pijn, onzekerheid, maar ook een jaar van groot geluk. Ik heb zoveel ouders gesproken die zo intens verdrietig zijn, omdat hun kind is ontvoerd.
Ieder woord wat je zegt kan de pijn en het gemis voor deze mensen niet verzachten, maar het helpt hen enorm door te luisteren naar hun verhaal en te proberen ze zo goed mogelijk van advies te voorzien. We lezen het wel, er is weer een kind ontvoerd en we denken “goh alweer een, het lijkt wel of het steeds vaker gebeurd”.
Maar staan we wel eens stil bij het immense verdriet en hulpeloosheid van deze kinderen en de achtergebleven ouders? Ik weet wel, als je er niet mee te maken hebt, is het erg moeilijk om je een voorstelling van deze situatie te maken. Toch wil ik proberen u een beeld te geven. Veel ouders hebben jarenlang met een dreigende ontvoering van hun kind geleefd of leven nog steeds zo. Hulp is moeilijk te krijgen, omdat eerst het misdrijf moet worden gepleegd voordat de politie in actie kan komen. Hoe alleen en machteloos voel je je dan als ouder.
Leven met de angst dat je kind ieder moment bij je weggehaald kan worden. Je leven zo proberen te leiden dat je kind zo min mogelijk merkt van deze angst. Heel voorzichtig zijn, beschermend maar toch ook weer niet teveel om je kind niet te verstikken. Iedere dag wakker worden met dat beklemmende gevoel op je borst, vandaag kan het wel eens gaan gebeuren.
Wat voor een leven heb je dan? Maar deze ouders gaan door, blijven waken, zorgen en vechten voor hun kind. Leven, terwijl het liefste waar je voor mag zorgen je is afgenomen, ontvoerd, weggerukt. Wat voor een leven heb je dan? Diep, heel diep respect heb ik voor deze ouders die nimmer opgeven en blijven vechten voor hun kind/kinderen. Ik hoor sommigen van jullie denken “beide ouders hebben toch recht op hun kind?” Ik draai het om, ieder kind heeft recht op een vader en moeder.
Als ouders niet meer samen verder willen, is dat hun keuze om uit elkaar te gaan en een ander leven te gaan leiden. Het kind mag hier nimmer de dupe van worden en mag ook zeker niet uit zijn vertrouwde omgeving worden gehaald. Een kind weghalen uit zijn vertrouwde omgeving die toch wankel blijkt te zijn, omdat papa en mama niet meer samen zijn. Een kind weghalen en meenemen naar een land hier ver vandaan, weg bij familie, vriendjes en vriendinnetjes, een vreemde taal, andere gewoonten ……. hoe egoistisch ben je dan als ouder? Wat een grote schade richt je een kind dan aan!

We hebben allemaal zo´n groot kinderhart.

Wel eens echt stilgestaan bij het grote verdriet en de angst van een ontvoerd kind?
Deze kinderen spreek ik vaak niet, wel de achtergebleven ouder. Ik voel hun angst, pijn en verdriet dwars door de telefoon heen. Bij een persoonlijke afspraak schrik ik iedere keer weer van de vaak magere, grauwe gezichten van deze ouders, vol verdriet en hulpeloosheid. Wij als stichting proberen deze ouders zo goed mogelijk te helpen. U kunt dat ook door te luisteren naar hun verhaal of die bekende schouder of knuffel te geven en door aandacht te vragen voor ontvoerde kinderen. Een kleine moeite, een groot gebaar.
Denk aan deze mensen als u ’s avonds uw kind of kinderen instopt. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat een kind veilig en warm in zijn of haar eigen bedje ligt. Een bewogen jaar, een achtbaan die niet stopt…….. Mooie momenten ook.
Dankbare ouders.

Dankbaar voor de hulp, adviezen. Blij, omdat ze concrete stappen hebben kunnen zetten in de goede richting. Zielsgelukkige ouders, omdat het met behulp van advocaat en onze stichting is gelukt hun kinderen weer naar Nederland te krijgen. De gezichten van deze ouders en hun kinderen……..ik zal ze nooit vergeten. Allen hebben ze een bijzonder plekje in mijn hart evenals de kinderen die nog ontvoerd zijn en waarvan ik hoop dat ze weer snel terug komen.

Het eind van het jaar nadert.

Kerst, oud- en nieuw. Gezellig, maar het baart me ook grote zorgen. Nu al is merkbaar dat de dreiging van ontvoering bij sommigen sterker wordt. Nu al merk ik dat onze stichting overuren aan het draaien is. Nu al worden angsten van sommige ouders bewaarheid. Nu al…….. en de kerstvakantie en feestdagen moeten nog beginnnen. Mijn wens voor u is een fijne kerst vol warmte en gezelligheid met alle mensen om u heen waar u om geeft en een gelukkig en gezond 2011.
Mijn wens voor u is dat u eens wat vaker denkt aan de ontvoerde kinderen en deze kinderen en hun ouders op alle mogelijke manieren steunt. Mijn wens voor het komende jaar is dat alle kinderen echt kinderen mogen zijn en leven in groot geluk!
Marieke van Kommer
Secretaris Stichting Kinderontvoering.

12/12/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, kindermoord, kinderporno, Media 1, Media 2, Mijn verhaal, moord, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, PvdA, Recht, Stichting Kinderontvoering, Vermist | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 3 reacties

Verfilming boek “klopjacht op Malika”

Filmmaker Paul Ruven heeft besloten om het boek ‘klopjacht op Malika‘ van Jan Libbenga over Malika Karoum te verfilmen. Een tijd geleden was er nogal wat ophef over de Marokkaans-Nederlandse Malika. Zo zou ze een spionne zijn die als infiltrante voor de Nederlandse inlichtingendienst AIVD informatie zou hebben vergaard over extremistische organisaties.
De inlichtingendiensten hadden niet door dat ze haar zakken aan beide kanten aan het vullen was.  Zou zou Malika voor meer dan 90 miljoen achterover gedrukt hebben en geld hebben aangenomen van haar criminele contacten. Waarschijnlijk zit ze nog in Dubai, dat geen uitleveringsverdrag met Nederland heeft.

Één van de mensen die dit verhaal boven water hebben gekregen was de man achter Stichting Kinderontvoering Jacques Smits. Jacques is hierna door o.a. Bas van Hout nogal door het slijk gehaald en als onbetrouwbaar neergezet. Dit terwijl er van die twee personen er maar één niet te vertrouwen is en dat is Bas van Hout zelf. Tenminste.. Een journalist die zich laat omkopen door de onderwereld is in mijn ogen onbetrouwbaar.
Het boek van Jan Libbenga zette een helder beeld neer over Malika Karoum. Sommige puntjes bleven onbesproken maar in grote lijnen is het een betrouwbaar verhaal. En nu gaat het dus verfilmt worden. Jacques Smits schijnt zichzelf te spelen en voor de rol van Malika hoopt Paul Ruven de Marokkaanse Sana Mouziane te strikken. Mocht de film er komen dan zijn wij de eersten die bij de deur van de bioscoop staan. Gewoon omdat het de eerste waar gebeurde spionagethriller in Nederland is en wij altijd hebben geweten dat Jacques Smits gelijk had. Waarvan akte!

Bron: http://complot.punt.nl/?id=529519&r=1&tbl_archief=&

 

12/12/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, Media 1, Media 2, Mijn verhaal, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, Recht, Vermist | , , , , , , | Plaats een reactie

Teruggeleiding minderjarig kind naar Polen

LJN BN8502, Rechtbank ‘s-Gravenhage, 370806 / FA RK 10-5515

Datum uitspraak: 23-09-2010
Datum publicatie: 30-09-2010
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Soort procedure: Eerste aanleg – meervoudig
Zaaknummers: 370806 / FA RK 10-5515

Inhoudsindicatie:
Internationale kinderontvoering – Verzoek van de vader tot teruggeleiding van de minderjarige naar Polen. Partijen hebben getracht door middel van mediation tot een oplossing te komen. Zij hebben een zogenaamde spiegelovereenkomst gesloten, waarbij zij voorlopige regelingenhebben vastgelegd aangaande contact en zorg zowel voor het geval de minderjarige in Nederland mag blijven als het geval de minderjarige naar Polen dient terug te keren. Partijen hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over de gewone verblijfplaats van de minderjarige en de vader heeft het terugleidingsverzoek gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van kinderontvoering en dat zich geen weigeringsgronden voordoen. De terugkeer van de minderjarige naar Polen wordt gelast op de datum die partijen in de vaststellingsovereenkomst zijn overeengekomen. Ten aanzien van het verzoek tot opname van die vaststellingsovereenkomst verklaart de rechtbank zich met het oog op artikel 10 Brussel IIbis onbevoegd, nu de inhoud ziet op ouderlijke verantwoordelijkheid (zorg/omgang) en het de Poolse rechter is die daarover dient te beslissen. Hierbij zij opgemerkt dat de Centrale Autoriteit nadrukkelijk heeft verklaard dat de overeenkomst niet uitgelegd moet worden als een forumkeuze voor de Nederlandse rechter. In Polen is echtscheidingsprocedure aanhangig.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Nevenzittingsplaats ‘s-Gravenhage
Sector familie- en jeugdrecht

Meervoudige Kamer

Rekestnummer: FA RK 10-5515
Zaaknummer: 370806
Datum beschikking: 23 september 2010

Internationale kinderontvoering

Beschikking op het op 2 juli 2010 ingekomen verzoek van:
de Directie Justitieel Jeugdbeleid, Afdeling Juridische en Internationale Zaken, van het Ministerie van Justitie, thans geheten de directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken van het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties, afdeling Juridische en Internationale Zaken, van het Ministerie van Justitie, belast met de taak van Centrale Autoriteit als bedoeld in artikel 4 van de Wet van 2 mei 1990 (Stb. 202) tot uitvoering van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen van 25 oktober 1980 (Trb. 1987, 139), gevestigd te ‘s-Gravenhage,
verder te noemen: de Centrale Autoriteit, optredend voor zichzelf en namens:

[de man],
de vader,
wonende te [woonplaats A], Polen.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vrouw],
de moeder,
wonende te [woonplaats B],
advocaat: mr. J.Th. Mulder (te Rotterdam).

Procedure
Van de zijde van de vader is op 5 maart 2010 bij de Centrale Autoriteit een verzoek ingediend tot teruggeleiding van de minderjarige:
– [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats], Polen,
naar Polen. Op 2 juli 2010 heeft de Centrale Autoriteit onderhavig verzoekschrift bij de rechtbank Rotterdam ingediend.

Bij beschikking d.d. 8 juli 2010 heeft de rechtbank Rotterdam zich bevoegd geachtvan de zaak kennis te nemen en op grond van artikel 8 van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen en het Aanwijzingsbesluit ‘s-Gravenhage als nevenzittingsplaats internationale kinderontvoeringen d.d. 4 februari 2009 van de Raad voor de Rechtspraak bepaald dat de behandeling van de zaak plaatsvindt in de nevenzittingsplaats ‘s-Gravenhage.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
– het verzoekschrift;
– de brief d.d. 7 september 2010 van de zijde van de Centrale Autoriteit met daaraan gehecht een vaststellingsovereenkomst tussen de vader en de moeder;
– het faxbericht d.d. 8 september 2010 van de zijde van de moeder.

Op 22 juli 2010 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de Centrale Autoriteit in de persoon van mr. J.A. Krab, de moeder, alsmede de heer H. Vuijk, tolk in de Poolse taal. Het betrof hier een regiezitting in het kader van crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. J.M.J. Keltjens.

Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau, onderdeel van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke schikking te komen. Op 7 september 2010 heeft Centrale Autoriteit de rechtbank medegedeeld dat de mediation heeft geresulteerd in een spiegelovereenkomst, maar dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de gewone verblijfplaats van de minderjarige, alsmede dat het teruggeleidingsverzoek gehandhaafd blijft.

Op 9 september 2010 is de behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de Centrale Autoriteit in de persoon van mr. M.M. Maljaars-Hendrikse, alsmede de moeder, vergezeld van de heer H. Vuijk, tolk in de Poolse taal, en bijgestaan door haar advocaat.

Van de zijde van de moeder is ter terechtzitting nog een nader stuk overgelegd.

Na te melden minderjarige is op 9september 2010 in raadkamer gehoord.

Verzoek en verweer
De Centrale Autoriteit heeft middels haar verzoekschrift verzocht, met toepassing van artikel 13 van de Wet van 2 mei 1990, Stb. 202, de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige te bevelen, althans de terugkeer van de minderjarige vóór een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum te bevelen, waarbij de moeder de minderjarige dient terug te brengen naar Polen, dan wel – indien de moeder nalaat de minderjarige terug te brengen – tebepalen op welke datum de moeder de minderjarige met de benodigde geldige reisdocumenten aan de vader zal afgeven, zodat hij de minderjarige zelf mee terug kan nemen naar Polen.

De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting wordt van het volgende uitgegaan.

De vader en de moeder zijn gehuwd op [huwelijksdatum] te [plaats van het huwelijk]. Tijdens dit huwelijk is genoemd thans nog minderjarige kind geboren:
[de minderjarige], op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats], Polen.

De minderjarige had direct vóór zijn overbrenging naar Nederland zijn gewone verblijfplaats in Polen.

Conform het Poolse gezagsrecht hebben de ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige.

De moeder en de minderjarige zijn op of omstreeks 15 augustus 2009 afgereisd naar Nederland.

De minderjarige verblijft thans nog bij de moeder op het adres [adres moeder].

In Polen is een echtscheidingsprocedure en een gezagsprocedure tussen de ouders aanhangig.

Beoordeling
Aan de wettelijke formaliteiten is voldaan.

Het verzoek van de vader is gebaseerd op het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen van 25 oktober 1980 (hierna: het Haagse Verdrag). Zowel Nederland als Polen zijn partij bij het Haagse Verdrag.

Het Haagse Verdrag heeft – voor zover hier van belang – tot doel de onmiddellijke terugkeer te verzekeren van kinderen die ongeoorloofd zijn overgebracht of worden vastgehouden in een Verdragsluitende staat. Het Haagse Verdrag beoogt hiermee een zo snel mogelijk herstel van de situatie waarin het kind zich bevond direct voorafgaand aan de ontvoering of vasthouding. Een snel herstel van de aan de ontvoering of vasthouding voorafgaande situatie wordt geacht de schadelijke gevolgen hiervan voor het kind te beperken.

Er is sprake van ongeoorloofde overbrenging of ongeoorloofd niet doen terugkeren in de zin van het Haagse Verdrag wanneer de overbrenging of het niet doen terugkeren geschiedt in strijd met een gezagsrecht ingevolge het recht van de staat waarin het kind onmiddellijk voor zijn overbrenging of vasthouding zijn gewone verblijfplaats had en dit recht alleen of gezamenlijk werd uitgeoefend op het tijdstip van het overbrengen of niet doen terugkeren, dan wel zou zijn uitgeoefend indien een zodanige gebeurtenis niet had plaatsgevonden (artikel 3 van het Haagse Verdrag ).
Als er uit de overgelegde buitenlandse bewijsstukken tegenstrijdigheden blijken over de persoonsgegevens, dan kan zulks hieronder ipv met “De persoonsgegevens…vermeld.” overwogen worden met bijv: “Blijkens…, doch blijkens…”

Ongeoorloofde vasthouding in de zin van artikel 3 van het Haagse Verdrag

Nu de gewone verblijfplaats van de minderjarige direct vóór zijn overbrenging naar Nederland in Polen was gelegen, dient beoordeeld te worden of de overbrenging is geschied in strijd met het gezagsrecht dat is toegekend aan de ouders ingevolge het Poolse recht. Op grond van artikel 97, lid 2, van het Pools Burgerlijk Wetboek dient over belangrijke aangelegenheden omtrent het kind beslist te worden door de ouders gezamenlijk. Aangenomen mag worden dat wijziging van de gewone verblijfplaats van het kind zo’n belangrijke aangelegenheid betreft. De vader heeft gesteld dat hij geen toestemming heeft verleend voor de overbrenging van de minderjarige naar Nederland. De moeder heeft de stelling van de vader onvoldoende gemotiveerd betwist. Gelet hierop gaat de rechtbank uit van de juistheid van de stelling van de vader en is de rechtbank van oordeel dat de overbrenging van de minderjarige naar Nederland is geschied in strijd met het gezagsrecht van de vader naar Pools recht. Niet in geschil is dat het gezagsrecht gezamenlijk daadwerkelijk werd uitgeoefend op het tijdstip van het overbrengen, dan wel zou zijn uitgeoefend, indien de overbrenging niet had plaatsgevonden. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de overbrenging van de minderjarige naar Nederland aangemerkt dient te worden als ongeoorloofd als bedoeld in artikel 3 van het Haagse Verdrag. Nu er minder dan één jaar is verstreken tussen de overbrenging van de minderjarige naar Nederland en het tijdstip van indiening van het verzoek, dient ingevolge artikel 12 van het Haagse Verdrag in beginsel de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige te volgen, tenzij er sprake is van één of meer weigeringsgronden als bedoeld in artikel 13 van het Haagse Verdrag.

Weigeringsgrond ex artikel 13 lid 1 sub a van het Haagse Verdrag

Op grond van artikel 13 lid 1 sub a van het Haagse Verdrag is de rechter van de aangezochte Staat niet gehouden de terugkeer van het kind te gelasten indien de persoon die zich tegen de terugkeer verzet aantoont dat de persoon die de zorg had voor de persoon van het kind, het recht betreffende het gezag niet daadwerkelijk uitoefende ten tijde van de overbrenging of het niet doen terugkeren, of naderhand in deze overbrenging of het niet doen terugkeren had toegestemd of berust.Voor zover de moeder beoogd heeft op deze weigeringsgrond een beroep te doen, gaat de rechtbank hieraan voorbij gelet op hetgeen is overwogen in de voorgaande alinea.

Weigeringsgrond ex artikel 13 lid 1 sub b van het Haagse Verdrag

Op grond van artikel 13 lid 1 sub b van het Haagse Verdrag is de rechter van de aangezochte Staat niet gehouden de terugkeer van het kind te gelasten, indien de persoon die zich tegen de terugkeer verzet aantoont dat er een ernstig risico bestaat dat het kind door zijn terugkeer wordt blootgesteld aan een lichamelijk of geestelijk gevaar, dan wel op enigerlei andere wijze in een ondragelijke toestand wordt gebracht. Het doel en de strekking van het Haagse Verdrag brengen met zich dat deze weigeringsgrond restrictief moet worden uitgelegd.

De moeder heeft betoogd dat er sprake is van de hierboven genoemde weigeringsgrond. Zij heeft gesteld dat de vader een alcoholprobleem heeft en dat er sprake is geweest van huiselijk geweld van de zijde van de vader, waarvan de minderjarige getuige is geweest. De moeder vreest voorts dat zij, ondanks de vaststellingsovereenkomst, de minderjarige niet meer te zien krijgt, nu de vader inwoont bij haar moeder die alsdan ook voor de minderjarige zal zorgen en de moeder een hele slechte relatie met haar moeder heeft.

Van de zijde van de vader is betwist dat er sprake is van een alcoholprobleem en dat er sprake is geweest van huiselijk geweld.

Nu de moeder haar stellingen te dien aanzien niet nader heeft onderbouwd, zal de rechtbank daaraan voorbij gaan. Ten aanzien van de door de moeder ter terechtzitting overgelegde brief van haar vriendin, waarin deze vriendin verklaart dat de vader een alcoholprobleem heeft, merkt de rechtbank op dat daar tegenover staat de brief, ter terechtzitting in het bezit van de Centrale Autoriteit, van de ouders van de moeder, waarin de ouders verklaren dat het goed ging met de minderjarige en dat de vader goed voor hem zorgde. Nu de moeder, mede gezien in het licht van de vaststellingsovereenkomst – waarin detussen partijen gemaakte afspraken met betrekking tot het contact met de minderjarige zijn vastgelegd -, voorts niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de minderjarige bij een eventuele teruggeleiding niet meer te zien krijgt, is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 lid 1 sub b van het Haagse Verdrag.

Weigeringsgrond ex artikel 13 lid 2 van het Haagse Verdrag

Op grond van artikel 13 lid 2 van het Haagse Verdrag kan de rechter van de aangezochteStaat eveneens weigeren de terugkeer van het kind te gelasten, indien zij vaststelt dat het kind zich verzet tegen zijn terugkeer en een leeftijd en mate van rijpheid heeft bereikt, die rechtvaardigt dat met zijn mening rekening wordt gehouden. Nu gesteld noch gebleken is dat er sprake is van verzet van de minderjarige tegen zijn terugkeer als bedoeld in artikel 13 lid 2 van het Haagse Verdrag, is de rechtbank van oordeel dat deze weigeringsgrond zich niet voordoet.

Nu er geen sprake is van een van deweigeringsgronden als bedoeld in artikel 13 van het Haagse Verdrag, terwijl er minder dan een jaar is verstreken tussen de ongeoorloofde overbrenging van de minderjarige en de indiening van het verzoekschrift, dient ingevolge artikel 12, lid 1, van het Haagse Verdrag de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige te volgen.

De vaststellingsovereenkomst

De ouders hebben de resultaten van de hierboven genoemde crossborder mediation neergelegd in een vaststellingsovereenkomst. Het betreft een zogenaamde spiegelovereenkomst. De ouders hebben hierin voorlopige regelingen vastgelegd aangaande: – contact en zorg, vakantieregeling en schoolactiviteiten en terugkeer van de minderjarige naar Polen, in het geval (naar de rechtbank begrijpt) de minderjarige teruggeleid dient te worden naar Polen;
– contact en zorg, vakantieregeling en schoolactiviteiten in het geval (naar de rechtbank begrijpt) de minderjarige niet teruggeleid dient te worden naar Polen.
In artikel 3.A 3.2. zijn de ouders – voor zover thans van belang – overeengekomen dat de minderjarige, als de rechtbank in de onderhavige procedure besluit dat de minderjarige naar Polen dient terug te keren, de minderjarige tot en met de kerstvakantie in Nederland mag verblijven en dat de moeder er dan voor zal zorgdragen dat de minderjarige in de kerstvakantie naar de vader in Polen zal worden teruggebracht.

De rechtbank ziet aanleiding om de teruggeleiding van de minderjarige naar Polen, gelet op de inhoud van deze vaststellingsovereenkomst, het verzoek van de Centrale Autoriteit en het verhandelde ter terechtzitting, eerst uiterlijk op 2 januari 2011, ná de kerstvakantie, te gelasten als na te melden. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking dat de ouders deze afspraak hebben gemaakt met de bedoeling de eventuele veranderingen met betrekking tot de schoolactiviteiten van de minderjarige zo soepel mogelijk te laten verlopen.

De ouders zijn voorts overeengekomen dat, een van de twee in de vaststellingsovereenkomst vastgelegde regelingen, afhankelijk van de beslissing van de rechtbank, volledig zal worden opgenomen in de te wijzen beschikking. De ouders verzoeken de rechtbank om – zo blijkt uit deze vaststellingsovereenkomst – deze vaststellingsovereenkomst aan de thans te wijzen beschikking te hechten en deze vaststellingsovereenkomst zodoende integraal onderdeel uit te laten maken van deze beschikking.
De rechtbank zal zich ten aanzien van dit verzoek, welk verzoek de ouderlijke verantwoordelijkheid betreft, met het oog op artikel 10 van de verordening Brussel IIbis, onbevoegd verklaren. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking dat de Centrale Autoriteit ter terechtzitting nadrukkelijk naar voren heeft gebracht dat de overeenkomst niet moet worden uitgelegd als een forumkeuze voor de Nederlandse rechter.
Bevoegd ter zake van verzoeken betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid is in casu het gerecht te Polen. Het vorenstaande laat echter onverlet dat de ouders rechtsgeldig een overeenkomst hebben gesloten waaraan zij gebonden zijn.

Opgrond van artikel 13, lid 5, van de Uitvoeringswet Verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen is de onderhavige beslissing van rechtswege uitvoerbaar bij voorraad.

Beslissing
De rechtbank:

gelast de terugkeer van de minderjarige:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats], Polen, naar Polen
uiterlijk op 2 januari 2011, waarbij de moeder de minderjarige dient terug te brengen naar Polen en beveelt, indien de moeder nalaat de minderjarige terug te brengen naar Polen, dat de moeder de minderjarige met de benodigde reisdocumenten aan de vader zal afgeven uiterlijk op 2 januari 2011, opdat de vader de minderjarige zelf mee terug kan nemen naar Polen;

verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het verzoek de vaststellingsovereenkomst aan deze beschikking te hechten en integraal onderdeel uit te laten maken van de te wijzen beschikking.

Deze beschikking is gegeven door mrs. M. Kramer, M. Rootring en A.M.A. Keulen, tevens kinderrechters, bijgestaan door P. Lahman als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 september 2010.

01/10/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Recht | , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Film over ontvoering Sara en Ammar op 9 september op tv

Persbericht
Op 9 september (20.30 uur, Ned.1) zendt de KRO de Telefilm “Kom niet aan mijn kinderen uit”. De film is geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van de ontvoering van de twee kinderen van Janneke Schoonhoven uit Oude Pekela door haar Syrische ex-man. Twee jaar lang streed ze om haar kinderen terug te krijgen naar Nederland. Met in de hoofdrollen Karina Smulders, Huseyin Cahit Ölmez en Thom Hoffman. >>
Het is de nachtmerrie van elke gescheiden moeder; je ex-man gaat er met je kinderen vandoor naar het buitenland. In veel van die gevallen ziet de moeder haar kinderen nooit meer terug. Janneke Schoonhoven uit Oude Pekela is een van de weinigen die het wel is gelukt haar zoon en dochter terug te krijgen. Haar ex nam hen mee naar Syrië, waar ze bijna twee jaar bij familie verbleven totdat ze vluchtten naar de Nederlandse ambassade in Damascus, omdat ze terug wilden naar hun Nederlandse moeder. De zaak kreeg veel media-aandacht en daardoor zag heel Nederland hoe haar kinderen na tweeënhalf jaar met minister Bot van Buitenlandse Zaken terugkwamen in hun moederland.

Synopsis
In de film is Janneke Schoonhoven omgedoopt tot Hanne (een rol van Karina Smulders). In augustus 2004 vertrouwt Hanne haar twee kinderen van 9 en 11 toe aan haar ex-man Nizar (Cahit Ölmez). Hij neemt ze mee voor een korte vakantie naar EuroDisney Parijs. Een paar dagen later krijgt Hanne een telefoontje van Nizar vanuit de Nederlandse ambassade in Damascus. Nizar vertelt dat hij naar Syrië heeft moeten vluchten, omdat hij bedreigd is. Hanne neigt ernaar hem te geloven, maar haar huidige man Bertus (Tjebbo Gerritsma) suggereert dat Nizar op deze manier probeert Hanne terug te krijgen, omdat het voor Nizar en zijn Syrische familie een schande is dat zijn vrouw van hem gescheiden is.

Hanne vertrekt samen met adviseur Wouter (Thom Hoffman), die ervaring heeft met gestolen kinderen, naar Damascus. Dat is het begin van een hartverscheurende strijd van twee jaar om de kinderen terug in Nederland te krijgen. Hanne komt er helemaal alleen voor te staan en raakt geconfronteerd met enorme dilemma´s en haar eigen gevoelens. Uiteindelijk realiseert ze zich dat ze zelf moet veranderen en dat er maar een echte manier is om haar kinderen terug te krijgen. Daarvoor reist ze nog een laatste keer terug naar Damascus in de hoop dat de kinderen zelf uit de greep van hun vader kunnen ontsnappen, door het doolhof van Damascus heen naar de Nederlandse ambassade.

Regiestatement
Regisseur van de KRO Telefilm Kom niet aan mijn kinderen is Ron Termaat. In een regiestatement zegt hij: “Hoe ver ga ja als je kinderen ontvoerd worden? Het is de vraag die ik en veel medewerkers ons stelde toen we aan deze film begonnen. Toen het Janneke Schoonhoven in 2006 werkelijk overkwam stelde ze zich die vraag niet; zonder daar over na te denken ging ze tot het uiterste. Niks en niemand kon Janneke tegenhouden om tweeënhalf jaar voor de terugkomst van haar twee kinderen te strijden. Deze enorme drive vormde voor mij de ruggengraat van Kom niet aan mijn kinderen.

Iedereen herinnert zich deze strijd uit het nieuws in de laatste maanden van 2006. Daarom ben je geneigd te denken dat deze ontvoering een op zich zelf staand incident is. Niets is minder waar. Ieder jaar komen er meer dan 150 ontvoeringen alleen al in Nederland voor. Kom niet aan mijn kinderen vraagt aandacht voor de verschrikkelijke gevolgen van deze verdwenen kinderen.”

Telefilms zijn Nederlandse speelfilms speciaal gemaakt voor de publieke omroep. De films behandelen actuele maatschappelijke thema’s zoals loverboys, integratie, de Nederlandse maffia of zoals in dit geval kinderontvoering. De Telefilms komen tot stand met financiële steun van het ministerie van OC en W en het CoBO-fonds.

KRO Telefilm: Kom niet aan mijn kinderen, 9 september om 20.30 uur op Nederland 1.

01/08/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, Mijn verhaal, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, Recht, Stichting Kinderontvoering | , , , , , , , , , , | 3 reacties

Internationale Kinderontvoering in de praktijk

Wanneer twee ouders het ouderlijk gezag hebben en uit elkaar gaan, moet er iets geregeld worden voor de kinderen. Wanneer deze ouders in Nederland wonen, dan wordt dat geregeld in een echtscheidingsprocedure of in een procedure waarbij je de rechter vraagt te bepalen bij wie het kind gaat wonen en hoe de zorgregeling eruit gaat zien.

Wanneer een van de ouders niet in Nederland wil blijven of een ouder juist vanuit een ander land met het kind naar Nederland wil komen, dan zou dit in strijd kunnen zijn met het Haags Kinderontvoeringsverdrag van 1980.

In veel gevallen is er geen sprake van kwade opzet, maar van een scheidingssituatie waarin een ouder terug wil keren naar het land van herkomst. Het uitgangspunt is dat de rechter van het land waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, de bevoegde rechter is om een beslissing te nemen. Onder omstandigheden kan het zijn dat de verhuizing al heeft plaatsgevonden of dat de ouder zich in een situatie bevindt waarin het niet mogelijk is om die beslissing te vragen of daarop kan wachten.

Wanneer een ouder met het kind naar Nederland komt, kan de achterblijvende ouder een verzoek tot teruggeleiding indienen bij de Centrale Autoriteit. Wanneer een ouder met een kind uit Nederland vertrekt zonder toestemming van de andere ouder, dan kan een ouder ook een verzoek indienen bij de Centrale Autoriteit en om de teruggeleiding vragen. De Centrale Autoriteit zal dan moeten bekijken op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat het kind weer naar Nederland komt.

Inzake ontvoeringen is er een verschil of een kind wordt ontvoerd naar een land dat lid is van het Haags Kinderontvoeringsverdrag of naar een land dat geen lid is van het verdrag. Verdragslanden hebben de verplichting  kinderen terug te geleiden op basis van het verdrag. Wanneer een kind echter is ontvoerd naar een niet-verdragsland, vindt teruggeleiding slechts plaats wanneer de autoriteiten van dat land daartoe beslissen. Dit kan vanuit de Nederlandse overheid alleen via diplomatie. Nederlandse gespecialiseerde advocaten kunnen de ouder die dit overkomt wel adviseren en in sommige gevallen ook procedures starten in Nederland om de terugkeer van het kind te bewerkstellingen.

In de praktijk blijkt dat veel ouders niet altijd even goed geadviseerd worden. De advocaten van Advocaten In De Praktijk hebben zich hierin gespecialiseerd en hebben veel ervaring op het gebied van internationale kinderontvoeringen. Ook hierbij geldt dat de advocaten altijd naar een oplossing zullen zoeken die rekening houdt met het belang van het kind, maar ook naar een oplossing die voor alle partijen voor de lange termijn het beste is.

30/07/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, kindermishandeling, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Recht, Stichting Kinderontvoering, Vermist | , , , , , | Plaats een reactie

Onder andere om kinderontvoeringen tegen te gaan heeft Marechaussee Schiphol alle hens aan dek

SCHIPHOL – De vakantiedrukte op Schiphol leidt tot meer werk bij de Koninklijke Marechaussee op de luchthaven. Tientallen extra medewerkers moeten er in de zomer voor zorgen dat het veilig blijft en dat de grenscontroles soepel verlopen.

Ook de explosievenspeurhonden van de marechaussee moeten in de zomer twee keer zo vaak aan de bak dan normaal, gemiddeld vijf tot tien keer per dag.

Veelal betreft het onbeheerde bagage. Daarnaast komt het nogal eens voor dat een ‘grapjas’ een valse bommelding doet. Dat levert de begeleiders van de honden veel onnodig werk op en de daders een fikse boete.

Paspoortcontroles

Bij de paspoortcontroles staan deze weken geregeld flinke rijen. Op de luchthaven komen in de vakantieperiode honderdduizenden reizigers voorbij. Ondanks de enorme toestroom moeten de grensbewakers scherp blijven.

Ze bestoken mensen met vragen over onder meer de reisduur en het doel van hun bestemming en checken de paspoorten op echtheid. Als ze het niet vertrouwen volgt een zogeheten tweedelijnscontrole.

Zo moet een jonge Mexicaanse vrouw tekst en uitleg geven over haar reis naar Italië. ,,Ze weet niks over het land en zegt dat ze een vriendin wil bezoeken”, vertelt een medewerker van de marechaussee. ,,Maar als ik haar vraag hoe die vriendin heet en hoe ze eruit ziet, kan ze geen antwoord geven.”

Alertheid

De marechaussee analyseert de aankomende vluchten en de bijbehorende risico’s, vertelt Egon Hoppe, brigadecommandant grensbewaking. Mocht hogere alertheid nodig zijn, bijvoorbeeld bij een vlucht uit Afrika waar traditioneel veel paspoortfraude plaatsvindt, dan zet hij daar meer mensen op in.

Jaarlijks weigert de marechaussee 2700 personen op negentien miljoen controles, voornamelijk economische vluchtelingen. De grenspost is volgens Hoppe de lastigste positie op de luchthaven. ,,Hier kan je mensen de toegang tot het land weigeren.” Hij hecht er groot belang aan dat de controle op een goede manier plaatsvindt. Zijn streven is dan ook dat Nederland de beste grensbewaker van Europa wordt.

,We moeten de wet vlekkeloos toepassen, evenals de Europese regelgeving.” Ook bejegening is volgens Hoppe belangrijk. ,,Grensbewakers moeten goed hun talen spreken en vriendelijk omgaan met mensen. Reizigers zijn geen criminelen.” Daarnaast streeft hij naar innovatie. Op dat laatste vlak valt volgens de brigadecommandant nog wel wat te halen.

Nooddocumenten

Bij de afdeling nooddocumenten loopt het eveneens flink door. Binnen 45 minuten kan een reiziger van wie de identiteitspapieren niet in orde zijn, over een tijdelijk paspoort beschikken.

Per dag verstrekt de marechaussee vijftig tot zeventig nooddocumenten in deze drukke periode. Overigens gelden daarvoor wel bepaalde eisen, zoals bijvoorbeeld in het geval van een minderjarig kind. Ouders moeten hun ouderlijk gezag kunnen aantonen, dit om kinderontvoering te voorkomen.

Verder int de marechaussee geregeld openstaande boetes van mensen die het land willen verlaten. De afgelopen drie maanden werd al voor zo’n 200.000 euro binnengehaald. Volgens Hoppe is Nederland zowel daarmee als met het verstrekken van nooddocumenten vrij uniek.

© ANP

29/07/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Recht | , , , , , | Plaats een reactie

Wie heeft negatieve ervaring met kinderontvoeringsmediator Bela de Vries

Steeds meer verontrustende berichten bereiken onze stichting over de mogelijk dubieuze “werkwijze” van Drs. Bela de Vries en haar (kinderontvoering) mediationbureau Medinu te Den Haag.

De klachten richten zich hoofdzakelijk op de mogelijk  niet neutrale mediationwerkwijze van Drs. de Vries als het hier betrekking heeft op kinderontvoeringszaken naar Arabische (lees Moslim) landen, waarbij de Arabisch mannelijke partner van ontvoering wordt verdacht.

Mocht u als Nederlandse ouder enige, naar uw mening, negatieve ervaring met deze mediator hebben, en u bent genegen om hier in een groep mee naar buiten te treden, neemt u dan contact op met onze stichting onder het mailadres:

stichting@kinderontvoering.info

Bestuur Stichting Kinderontvoering

19/07/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, Ervaringsverhalen, HKOV - IKO, jeugdzorg, kindermishandeling, Mijn verhaal, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, Recht, Stichting Kinderontvoering | , , , , , , , | 1 reactie

Nederlandse moeder en 2 NL kids in Argentinië gegijzeld

Geachte heer/mevrouw,

Ik ben Swetlana Gooden en smeek om hulp voor het volgende:

Mijn dochter Nathalie en haar 2 zoontjes zitten vast in Argentinië en kunnen het land niet uit.

Mijn dochter heeft samen gewoond met een Argentijn die ze daar nu vast houd. Zowel mijn dochter en haar 2 zoontjes hebben de Nederlandse nationaliteit.

Ze zijn een paar jaar geleden samen vertokken naar Argentinië onder het mom dat zijn vader ziek was en dat hij hem moest helpen in zijn fabriek. Nathalie had ingestemd om het te proberen maar nooit verwacht dat ze in zo een situatie terecht zo komen.

Zoals we allemaal weten gaat het economisch zeer slecht in Argentinië. Ze kan daar geen werk vinden. Haar voormalige vriend geeft haar geen kinderalimentatie, heeft haar uit de verzekering gehaald. Ze loopt daar onverzekerd rond zonder werk, zonder geld.

Ze heeft zich gewend naar de Nederlandse Ambassade in Buenos Aires waar ze net zo goed niet naar toe had kunnen gaan. Daar hebben ze haar geïnformeerd dat ze niets voor haar konden betekenen en dat zonder de handtekening van de vader ze het land niet uit mocht.

Op de Nederlandse Ambassade weten ze niet eens dat er het artikel 253b Nederlands Burgerlijk Wetboek I, Personen- en familierecht  bestaan waarin duidelijk staat dat ongehuwde moeder altijd het voogdij heeft over haar kinderen. De Nederlandse Ambassade had haar moeten ondersteunen en op haar rechten moeten wijzen. Nu zit mijn dochter daar ontvoerd zonder iets. Dit kan toch niet!!!

Ik heb haar al vaker geld gestuurd zodat ze tenminste de huur en het eten voor haar en kinderen kon betalen. Maar ja, ik ben natuurlijk niet in staat en heb de mogelijkheden niet om mezelf en ook nog eens mijn dochter en 2 kleinkinderen te onderhouden.

Ik smeek jullie om me te helpen dat dit aandacht krijgt in de media. Het kan toch niet zo zijn dat de Nederlandse Ambassade ons koud laat, ze zijn er toch ook om ons te representeren?? Om onze rechten te verdedigen??!!!

Duizend maal bedankt voor wie dan ook hier aandacht aan besteed.

Met vriendelijke groet,

Swetlana Gooden

(adres en telefoonnummer bekend bij: 06-12706471)

08/07/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, HKOV - IKO, kindermishandeling, Nieuws, Omgangsregeling, Ontvoeringen, Politiek, Stichting Kinderontvoering | , , , , , , | Plaats een reactie

Zeven jaar geëist tegen Veenendaler die dochter naar Soedan ontvoerde

dinsdag 6 juli 2010 09:17

VEENENDAAL – De 43-jarige Veenendaler, die in juni 2007 zijn 4-jarige dochtertje via Egypte ontvoerde naar zijn familie in Soedan, hangt na hoger beroep bij het gerechtshof in Arnhem een celstraf van zeven jaar boven het hoofd. Het openbaar ministerie eiste fors hoger dan de straf van vijf jaar die hij eerder opgelegd kreeg, omdat de man elke poging om zijn inmiddels 7-jarige dochter naar Nederland te halen dwarsboomt. Haar moeder, een Veenendaalse van 35 jaar oud, heeft al 2,5 jaar geen enkel contact meer met het meisje.

Zelfs de consul van Soedan was naar de Arnhemse rechtbank gekomen. Hij wilde er getuige van zijn dat de 43-jarige man, die ook van Soedanese afkomst is, een machtiging zou ondertekenen. De Soedanese advocaat van de moeder zou er dan zorg voor kunnen dragen dat het meisje binnen enkele weken in Nederland is.

‘Oorlogsverklaring’
Maar de vader bleef weigeren. ,,Dat zou een oorlogsverklaring aan mijn familie zijn”, zo hield hij de rechters voor. Zijn advocaat legde het hof uit dat twee broers ‘de voogdij naar zich toe hebben getrokken’. Het is niet duidelijk waar het meisje zich nu bevindt. Volgens de advocaat van de 43-jarige laat de Soedanese ‘shara’ -wat weer net wat anders is dan de islamitische ‘sharia’- het niet toe dat een dochter teruggaat naar de ouders als die in een echtscheidingsprocedure zitten.

IJsje kopen
De Veenendaler en zijn vrouw waren in juni 2007 op vakantie in Egypte met hun enigst kind. Op een avond gingen de vader en zijn broer met het 4-jarige meisje zogenaamd een ijsje kopen. Zij zijn niet meer teruggekomen. Vermoedelijk hebben de twee het dochtertje meteen naar Soedan gebracht. De Veenendaler keerde terug naar Egypte en nam zijn vrouw weer mee naar Nederland. Zowel haar echtgenoot als zijn familie dreigden de vrouw niets te ondernemen, anders ‘zou ze haar dochter nooit meer terugzien’. In oktober 2007 is ze toch naar het Centrum Internationale Kinderontvoering gestapt. Op hun aanraden heeft ze aangifte gedaan. De man werd kort daarop gearresteerd.

Tijdrekken
De man houdt vol dat hij onschuldig is, en is van menig dat het strafrecht geen oplossing kan bieden om de dochter naar Nederland te krijgen. Hij vindt dat het een zaak is die door de familie moet worden opgelost. Het openbaar ministerie vermoedt dat de Veenendaler een machtstrijd uitoefent, die hoopt door na vele jaren rekken uiteindelijk als winnaar uit de bus te komen. ,,Daarmee dupeert hij willens en wetens ook de moeder en haar dochter”, aldus de aanklager. De 35-jarige vrouw heeft voorlopig geen enkel uitzicht op een hereniging met haar dochter.

Het hof doet over twee weken uitspraak. (APA)

06/07/2010 Posted by | Centrale Autoriteit, HKOV - IKO, kindermishandeling, Nieuws, Ontvoeringen, Politiek, Recht, Stichting Kinderontvoering | , , , , , , , | Plaats een reactie